Veel van mijn studenten zitten noodgedwongen heel wat uurtjes van de dag aan hun computer vastgeplakt. Dat vreet energie. Ze gaan van de ene online meeting naar het volgende webcollege, en yogaën en ‘borrelen’ ook ‘s avonds nog eens via een scherm. Ik vraag me regelmatig af òf en hoé ik ze gemotiveerd kan houden. Onlangs kreeg ik gelukkig een opbeurende mail dat ik genomineerd was voor ‘docent van het jaar 2020’ aan de Open Universiteit. “Fantastisch in haar uitleg, met humor zodat het niet saai wordt”, ”inspirerende en duidelijke manier van lesgeven” en “complimenten voor haar begeleiding en feedback”. Wauw, mijn week kon niet meer stuk! Kennelijk gaat er dus, ondanks het feit dat studenten fysieke bijeenkomsten moeten missen, toch nog iets goed. Hoe probeer ik mijn studenten en mijzelf te behoeden voor slaapaanvallen en vierkante ogen? Dit zijn mijn survivaltips:
- Zoek de interactie en afwisseling, en neem uitgebreid de tijd voor vragen.
Met enige regelmaat moet ik online colleges van wel 4 uur geven. Knappe student die dat volhoudt. De enige manier is om de student zoveel mogelijk te activeren. Ik begin eigenlijk altijd met een vraag aan alle studenten waarop iedereen antwoord geeft in de chat. Ik becommentarieer kort alle antwoorden, zodat een ieder zich betrokken voelt. Gedurende de gehele bijeenkomst blijft de chat openstaan voor vragen; tegelijkertijd stel ik zoveel mogelijk vragen aan de studenten die zij via de chat beantwoorden. Ik bouw mijn uitleg als het ware om mijn vragen heen in plaats van andersom. Ze krijgen hierdoor direct feedback op hun eigen vraag of antwoord, en ik krijg als docent overzicht over de gehele groep: wat wordt begrepen en waar hebben ze nog moeite mee? Regelmatig nodig ik een student uit om via de microfoon antwoord te geven of ergens op te reageren. En een quiz doet altijd wonderen. Ik sluit de bijeenkomst niet af voordat de laatste vraag is beantwoord. Dit doe ik wel plenair, zodat de studenten kunnen leren van elkaars vragen. - Zet camera’s (en in groepen microfoons) in principe uit.
Dit klinkt misschien contra-intuïtief. We willen toch contact met elkaar en de anderen zien? Ja, maar…. in een collegezaaltje tuur je ook niet de hele tijd naar hetzelfde beeld op 30 cm afstand van je neus. Als je dan ook nog eens moet kijken naar 25 bewegende hoofden, dan raak je al snel overprikkeld. Evolutionair gezien moeten wij mensen immers altijd beweging volgen en hier aandacht aan geven. Ook als docent zet ik tijdens een college mijn webcam uit. De studenten kijken meestal al naar slides of iets dergelijks èn de chat. Een pratend hoofd onder in beeld voegt dan niets toe. Een microfoon gaat alleen aan op het moment dat iemand aan het woord is om storende achtergrondgeluiden te vermijden. Zodra de studenten in kleine subgroepjes uiteengaan worden camera’s en microfoons natuurlijk wèl ingeschakeld. - Beweeg en hou regelmatig pauze!
Met een mobiele koptelefoon of andere techniek kun je natuurlijk goed staan of zelfs een beetje lopen terwijl je online bent. Beweging activeert je brein en houd je fris. Je kunt gerust rek- en strekoefeningen doen, je camera staat toch uit ?. Nederlanders blijken kampioen zitten te zijn: in 2019 is gemeten dat we gemiddeld liefst 9 uur per dag zitten! Ik vermoed dat dit in 2020 en 2021 nog wel meer is geworden. Dus: schud je armen los, mobiliseer die nek en zorg dat je bloed gaat stromen. Pauzeer elke drie kwartier minimaal 10 minuten. Gebruik deze pauzes niet om je e-mail te checken, maar om een stukje door het huis te lopen of even een frisse neus te halen.
Zo beschouwd wijken de belangrijkste principes van een online meeting helemaal niet af van hoe een fysieke meeting eruit zou moeten zien ?.
Wat zijn jouw survivaltips voor dit online tijdperk? Leuk als je reageert via het contactformulier. Happy meetings!
Recente reacties